
Donderdag 18 november hadden we een bijzondere gast in Vessem; de ons aller bekende opname engineer Fritz de With. Als audiofiel ben je meestal voornamelijk bezig met de afspeelkant van opnames, echter gezien de keten zo sterk is als de zwakste schakel, moge het duidelijk zijn dat die begint bij je LP of (SA)CD. Klinkt die nergens naar, dan kun je dat met een mooie audioketen ook niet meer repareren. Gelukkig zijn er mensen als Fritz die dat begrijpen en hun kennis aanwenden om voor ons de mooiste opnamen te maken. Fritz heeft een eigen label:STS-digital .

Fritz had een aantal mooie opnamen meegenomen van zijn eigen label, maar ook van concullega’s die hij bewondert. Daarnaast had hij een aantal opnamen bij waarin hij een aantal problemen hoort. Om het een beetje sympathiek te houden laat ik de namen van deze platenlabels weg in het onderstaande stuk. De stukken die hier onder vergeleken worden zijn eigenlijk niet direct vergelijkbaar, daar het vaak om verschillende orkesten en opnameruimten gaat. Wel nam Fritz steeds twee opnamen van hetzelfde muziekstuk.
Als afspeelapparatuur had Fritz zijn professionele Marantz CD-R 640 recorder meegenomen, deze was rechtstreeks digitaal (SPdif) aangesloten op digitale monitor boxen van Marantz (made by Philips) de DSS 940’s. Deze monitoren zijn eigenlijk niet gemaakt om ons formaat zaal te vullen, maar zijn gemaakt voor close listening, waarbij alle details hoorbaar moeten zijn. Overigens viel het uiteindelijke resultaat van deze uiterst overzichtelijke set, zelfs in onze grote zaal, zeker niet tegen. De set liet horen wat Fritz ons duidelijk wilde maken; de eigenschappen van de opname ruimte, de staging en de herkenbaarheid van instrumenten (waar het voornamelijk om ging) waren prima waarneembaar. Leuk detail was dat Fritz opmerkte dat onze clubruimte goed klinkt. Dit vanwege het grote aantal houten “dingen” (lees diffusers) aan het plafond en de houten plankenvloer. Waar we vorige maand nog bang waren dat onze zaal niet meer geschikt zou zijn voor hoogwaardige geluidsweergave, bleek nu dat er geen akoestische problemen ontstaan zijn als gevolg van de nieuwe vloer. Dit tot grote opluchting van het bestuur.

Fritz opende de avond met zijn gouden tip: “gebruik regelmatig een wattenstaafje om je oren schoon te houden, want verstopte oren kun je niet omzeilen met dure kabels en apparatuur!” Enfin, een conclusie die wij al hadden getrokken voor wat betreft slecht bronmateriaal.
Tijd om muziek te gaan luisteren!
1) De eerste CD betreft een harpconcert, waarbij meteen opvalt dat deze opname potdicht zit; de harp is niet als zodanig herkenbaar en het geluid kleeft aan de speakers. Bij een tweede opname van hetzelfde stuk, klinkt het geluid mooi natuurlijk en open.
Fritz vertelt dat de tweede opname is gemaakt door Kenneth Wilkinson, die middels juist gebruik van steunmicrofoons op een grotere afstand van de instrumenten een mooie ruimte weet neer te zetten.
2) De volgende CD laat een klavecimbelconcert horen waarbij de steunmicroon bij het klavecimbel te hard staat. Hierdoor klinkt de opname erg vermoeiend omdat je hersenen steeds moeten schakelen tussen het volume van het klavecimbel en het volume van de overige orkestleden (de blazers leken zelfs wel in een aangrenzende ruimte te staan). In de volgende opname zijn alle instrumenten in balans met elkaar en de opnameruimte, waardoor het lekker ontspannen luistert en een live gevoel geeft.
Volgens Fritz komt dit doordat veel opnametechnici niet durven op boxen tegen de mening van de solo-muzikant(en). Deze zijn vanzelfsprekend gewend hun instrument van zeer dichtbij te horen en willen hetzelfde terughoren in de opname. Deze mensen pushen de technici derhalve om de microfoon(s) bij hun instrument veel te hard te zetten. Fritz werkt in het uiterste geval derhalve wel eens met een extra microfoon, die hij in de uiteindelijke mix niet meeneemt of simpelweg helemaal niet aansluit!
3) De volgende opnamen lieten een orkest horen, waarbij de eerste opname erg drukkend in het laag was en schel in het hoog (veel audiofielen noemen dit helaas detailrijk). Bij de tweede opname klokt het geheel een stuk rustiger, beter in balans en was er meer ruimte rondom de instrumenten.
Volgens Fritz was de eerste opname gemaakt met de microfoons dicht bij de instrumenten en de tweede opname met de microfoons halfweg in de zaal (zeg op de plaats van de gemiddelde toeschouwer bij een live uitvoering. Hierdoor is ook meer van de akoestiek van de ruimte te horen, waardoor het live gevoel duidelijk beter overkomt.
4) De volgende opname was van een Russisch koor, gemaakt in een grote kerk en volledig in DSD. De opname klonk echter zeer benauwd: de akoestiek van de kerk nauwelijks hoorbaar, de stemmen emotieloos, het geluid bleef aan de speakers hangen en de “soundstage” lag laag tussen de speakers. Uit de zaal kwam de opmerking polyfone ringtone. Hierna liet Fritz hetzelfde stuk horen, maar nu klonk het groots: de kerkgalm was prachtig aanwezig, maar niet overheersend. Het koor klonk indrukwekkend groots en de emotie van het stuk rolde gewoon naar je toe.
Volgens Fritz was het tweede stuk met de microfoons op grotere afstand opgenomen. Daarnaast was de opname gemaakt in PCM, maar in de eindmix als DSD spoor op SACD gezet. Ondanks dat Fritz DSD als superieure techniek ziet, geeft hij aan dat dit (zeker aan de opname kant) nog onvoldoende uitontwikkeld is. Hij is wel voorstander van het gebruik van DSD aan de weergavekant.
5) De volgende opnamen waren wederom van een Russisch koor, waarbij in de eerste opname elke zanger(es) een eigen microfoon heeft, terwijl in de tweede opname slechts drie microfoons worden gebruikt op een afstand van 10 meter. Hierdoor klinken de stemmen op de eerste opname hard en emotieloos, waarbij het geluid aan de speakers kleeft en elke vorm van ruimte informatie ontbreekt. De tweede opname klinkt rustig en groot, waarbij de stemmen een duidelijke plaats in de ruimte hebben en ruim boven de speakers staan. Hierdoor komt ook de emotie van het stuk duidelijk beter over.
6) De volgende opnamen lieten een piano concert horen, waarbij wederom duidelijk werd dat de microfoons op voldoende afstand moeten staan. Bij de eerste opname staan de microfoons dichtbij waardoor de piano (of beter gezegd het toetsenbord ervan) een meter of vijf breed wordt. Bij de tweede opname, waarbij de microfoons verder weg staan, klinkt het instrument stabieler en beter geproportioneerd. Daarnaast komt de ruimte informatie een stuk beter over, hetgeen de grootsheid van het instrument nog meer benadrukt.
7) De volgende opname laat een orkest in een kerk horen, waarbij de opname engineer de microfoons weliswaar wat verder weg gezet heeft, maar daarbij geen rekening heeft gehouden met de galmpunten van de ruimte. De mic’s staan precies op een punt waar direct en indirect geluid samenkomen. Hierdoor lijkt het hele orkest op en neer te deinen en gaat elk idee van plaatsing verloren.

8) Vervolgens laat Fritz een opname (La traviata van Verdi op Companion Classic CC993110) horen, opgenomen door een van zijn idolen. De opname is gemaakt met een achttal microfoons en laat een orkest en koor horen. Het lijkt wel of we live bij deze uitvoering aanwezig zijn! Het orkest lijkt vanuit een heuse orkestbak ter hoogte van de speakers te komen, terwijl het koor vanaf een meter hoog podium zo’n drie meter achter de speakers lijkt te komen. Wat een ruimte zit er in deze opname … groots!
9) Fritz gaat verder met enkele voorbeelden van verkeerd microfoon gebruik. De eerste opname laat een orkest horen met een solozanger. Ondanks de prima ruimtelijke registratie van het orkest, heeft de solist een stereo microfoon direct onder zijn neus staan. Hierdoor ontstaat de indruk dat er twee zangers hoorbaar zijn, een bij elk van de speakers. Vervolgens horen we een opname van een orkestje met een saxofoon die van alle kanten lijkt te komen (kaatst door de opname ruimte). Volgens Fritz een akoestisch fase probleem, veroorzaakt doordat één van de microfoons fout gericht is. Nog een mooi voorbeeld is een opname van een saxofonist en bassist die voor stereo microfoons staan. Doordat de mannen hun instrumenten af en toe iets van links naar rechts bewegen lijkt het wel of zij tussen de speakers op en neer rennen. Fritz geeft aan dat hij dit soort opnamen bij voorkeur maakt met drie zaal microfoons en twee mono microfoons bij de instrumenten. Hierna volgt nog een jazz opname, gemaakt in een kerk. Het geluid weerkaatst van alle kanten en rolt op en neer door de opname ruimte. Volgens Fritz een goed voorbeeld van het feit dat je niet elke soort muziek op elke locatie kunt opnemen: een locatieprobleem dus.

10) Afsluitend laat Fritz nog enkele ongemasterde opnamen horen die op dezelfde locatie van hetzelfde orkest gemaakt zijn door Fritz en een collega. Hierbij zijn diverse microfoon opstellingen gebruikt, van dicht bij de muzikanten tot zo’n 2/3e deel de opname ruimte in. Er werd gebruik gemaakt van drie hoog opgestelde microfoons. De trade off van diverse aspecten wordt nu duidelijk: als de microfoons dichterbij staan komt dit ten goede van aspecten als dynamiek, detaillering en plaatsing, terwijl wanneer de microfoons verder weg opgesteld worden het stereobeeld groter wordt, de balans tussen de instrumenten verbeterd, het totale beeld relaxter en homogener wordt, er meer akoestische informatie van de opnameruimte hoorbaar wordt en er meer sfeer / emotie loskomt. Zoals met alles in het leven zal ook bij de microfoonopstelling de waarheid ergens in het midden liggen
Al met al weer een hele leuke en leerzame avond, die veel enthousiaste reacties los maakte bij de aanwezige leden. Ook Fritz gaf aan het erg naar zijn zin gehad te hebben en op 1 december liet hij me nog even weten heel veel leuke reacties van onze leden in zijn mailbox te hebben gehad.
Fritz, bedankt voor de leuke avond!
Fritz de With gaf aan het erg naar zijn zin te hebben gehad tijdens de meeting van november. Hij was met name verrast over het enthousiasme van de leden en de ontspannen sfeer waarin het geheel zich afspeelde. Inmiddels heeft Fritz ons laten weten ook per mail veel leuke reacties van leden ontvangen te hebben. Hij wil ons derhalve uitnodigen eens een van zijn opnames bij te wonen en zal het bestuur hiertoe op de hoogte houden van de data waarop dit mogelijk is. Wij houden, op onze beurt, jullie hiervan op de hoogte