November 2015 Verslag Gydotron audio

Vanavond zijn Guido De Laet en Bruno Putzeys namens Gydotron audio aanwezig. Zij hebben een set Kii Three actieve speakers meegenomen, die wordt aangestuurd door een Lumin T1 streamer, met digitale volumeregeling.

  • Kii Three 10.000 euro / paar
  • Lumin Music T1 3.799 euro

Hoe klinkt de set?
Het is duidelijk te horen dat de laagweergevers rondom zitten, en niet aan de voorkant. Hierdoor komt het hoog en het midden meer op de voorgrond en als het ware meer gericht naar de luisteraar. Het hoog klinkt mooi gedetailleerd, soms ietwat fel, maar dit is maar net wat de luisteraar prettig vindt. Het midden klinkt open en ruimtelijk. En dan nu het laag. Hier is bij deze speaker veel aandacht aan besteed. Het is goed te horen dat er 4 laagweergevers in een zeer compacte kast gebouwd zitten. Maar het klinkt zeker niet onaangenaam.

We horen een live versie van Kraftwerk, het nummer ‘Autobahn’. Dit klinkt verrassend goed op deze set. Nu horen we goed hoe deze speaker een stevig laag kan neerzetten, en daarnaast de ruimte kan vullen met een open, helder, en fris geluid. Deze relatief compacte speaker kan wel degelijk een muzikale prestatie neerzetten. Daarna horen we iets heel anders: enkele stukjes klassieke muziek. Instrumenten klinken stuk voor stuk heel natuurgetrouw. Stemmen klinken ook niet onaardig. Dan komt ‘Tin Pan Alley’ van Stevie Ray Vaughan voorbij. Het laag is wel degelijk aanwezig, maar bij dit nummer horen we duidelijk dat er bij het ontwerp van deze speaker het design en de wens om uit een zo compact mogelijke speaker zo veel mogelijk laag te persen op de voorgrond hebben gestaan.

Voor iemand die de voorkeur geeft aan een compacte, mooi vormgegeven speakerkast zou deze set ideaal zijn. De opvallend goede dynamiek die deze set uitstraalt zal dan zeker goed gaan bevallen. Bij deze set is ook niks afgefilterd van het laag, dus in deze opstelling gaat de set dan ook met de billen bloot. Voor de pauze wordt nog even luid ‘Money’ van Pink Floyd gespeeld. Nu klinkt de set zelfs wat PA-achtig. Maar nu horen we wel goed wat voor levendige dynamiek deze set in huis heeft.

Playlist:

  • Voor pauze:
  • Camille Saint Saens – Dance macabre
  • Stevie Ray Vaughan – Tin Pan Alley
  • Pink Floyd – Money
  • Shelby Lynne – Just a little lovin’
  • Ane Brun – Worship
  • Ricky Lee Jones – Dat there
  • Na pauze:
  • Kari Bremnes – En Elsker i Berlin
  • Prince – The undertaker
  • Beets Brothers Live in Holland
  • Tryo – Les soldats de plomb

Het concept van de Kii Three
De Kii three is een actieve speaker, met 6 drivers (1 tweeter, 1 midwoofer, en 4 basswoofers) welke apart gevoed worden door een eigen N-core versterker, en een eigen DAC. Deze worden met DSP op fase en frequentie aangestuurd. Bruno legt uit dat er in het ontwerp naar is gestreefd om zoveel mogelijk laag naar voor, naar de luisteraar, uit te stralen, en zo weinig mogelijk achterwaarts. De woofers aan de zijkant en die aan de achterkant werken zo goed als in tegenfase, met een klein looptijdverschil, waardoor het laag aan de achterzijde van de speakers zo goed als afwezig is. Aan de achterkant onstaat er een opheffing, en tegelijkertijd wordt aan de voorzijde een versterkend effect gecreëerd. Echter bij de hele lage frequenties werkt dit principe niet. Dan wordt de fase omgedraaid en spelen de achterste woofers met de zijwoofers mee.

Deze uitleg verklaart wat ik eerder heb gehoord. Het laag klinkt qua karakter heel anders dan het ‘hele’ laag. Het hele laag klinkt namelijk een heel stuk steviger. Door de opheffing van de laagweergave aan de achterzijde kunnen de speakers in principe heel kort op de achterwand geplaatst worden. Dit is echter geen oplossing voor ruimteproblemen. De laagproblemen zijn wel beperkt, maar hoog en midden mogen evengoed niet teveel reflecteren.

Los van het feit dat de kunststof behuizing in dezelfde fabriek wordt gemaakt heeft het principe van deze speaker naar mijn idee enigszins wat weg van de KEF Blade. We hebben hier net als bij de Blades als het ware een dubbelgevouwen paneel met bass-drivers om ruimte te besparen, en de nadelige eigenschappen hiervan zijn aangepakt. In dit geval door het inzetten van de compenserende woofers aan de achterzijde. De voeding van de versterkers zit aan de bovenzijde van de speakerkast, de DAC’s en de versterkers zitten aan de zijkanten. Als we ons realiseren dat achter de drivers ook nog magneten zitten, dan kunnen we ons voorstellen dat met de drivers en hun elektronica, en de afscherming ervan, de kast goed gevuld is. Er is geen gebruik gemaakt van speciale bekabeling. Het signaal voor de speakers wordt verzorgd met een netwerkkabel. Nu word ik weer even herinnerd aan de MFB speakers van Philips van vroeger. Het signaal komt bij 1 speaker naar binnen, en wordt via de netwerkkabel doorgegeven naar de andere speaker. We hebben vanavond weer een bijzonder systeem mogen beluisteren. Een mooie combinatie van een fraai ontwerp en een verrassend geluid.

Wij bedanken Guido en Bruno voor hun indrukwekkende demo.

Reactie Bruno Putzeys:
Over de waargenomen klank bestaat weinig discussie, we weten zelf goed wat in deze ruimte kan en niet kan en herkennen veel van de beschrijving, dienteverstande dat de Kii Three erin slaagt dat karakter veel beter te bedwingen dan andere speakers. In verband met het vermoeden van de schrijver als zou het mogelijk zijn de woofers apart te horen, hadden we wel de aandacht willen vestigen op het feit dat bij deze golflengtes woofers helemaal niet “in een richting stralen”, zij het voorwaarts, zijwaarts of achterwaarts. Het zijn simpelweg puntbronnen en de golf buigt om de kast heen. De Kii Three maakt voor zijn directiviteitsregeling enkel gebruik van de relatieve plaatsing van de woofers maar niet van de richting waarin ze lijken te wijzen. Het golfbeeld dat op de akoestiekpagina van de Kii-website staat maakt dat duidelijk. Je kan zien hoe enkel bij het vertrek van een impuls vlak tegen de kast de individuele bronnen zichtbaar zijn. Die individuele golven smelten al op een afstand van een meter samen tot een golffront dat er exact uitziet alsof het uit een puntbron kwam die samenvalt met de voorkant van de kast. Op die afstand is er geen enkele meting of gehoormatige waarneming meer mogelijk die het onderscheid kan maken tussen een samengestelde straler als de Kii Three en pakweg een 12″ woofer vooraan op een bolvormige kast van een kleine 2 meter (!!) doorsnede. Zo’n speaker zou natuurlijk niet in de demo ruimte gepast hebben, dus een speaker kan onmogelijk “groter” klinken dan wat je in de luisterruimte kwijt kan. Om je jezelf in de praktijk van e.e.a. te vergewissen zal je de Kii Three diverse ruimtes moeten beluisteren. En je er intussen bij bedenken dat elke speakerkast boven een bepaalde frequentie richt en beneden die frequentie rondstraalt maar dat het dus een kastfront van een paar vierkante meter zou vereisen om met een klassiek ontwerp hetzelfde klaar te spelen als de Kii Three. Dat de speaker beneden 50 Hz overgaat op omni is bepaald geen beperking. Een normale “grote” speaker doet dat al bij 250Hz en een typische audiofiele “zuilspeaker” met dezelfde breedte als de Three al bij 700Hz. Nogmaals, we willen absoluut niet gezegd hebben dat het laagkarakter dat je gehoord hebt er niet was, maar wel dat het niet kan toegeschreven worden aan de opvallendste visuele kenmerken van de speaker (m.n. de afmeting en de plaatsing van de drivers). Vooral omdat juist die opbouw maakt dat dat karakter in veel mindere mate aanwezig was als bij een klassiek ontwerp. Een ander punt dat we misschien kunnen ophelderen is dat van kastvolume. Het kastvolume van een speaker heeft geen direkte invloed op het laag, op voorwaarde dat het product van de konusoppervlakte en de uitslag dezelfde blijven. De 4 woofers zijn samen equivalent met een 12″ unit dus dat is alvast in orde. Alleen vereist een kleine kast veel meer vermogen, vandaar de 250W per unit. Eenzelfde unit in verschillende kastvolumes produceert precies hetzelfde laag, op voorwaarde dat de respons gecorrigeerd wordt (middels de zgn Linkwitz transformer) en de versterker genoeg vermogen kan leveren. Dat is het fijne aan actieve systemen: dat de afmetingen geen functie meer zijn van de gewenste klankkwaliteit.

Verslag: Cyriel
Foto’s : Jeroen