Oktober 2005 Verslag Theo Wubbolts HVT

Theo Wubbolts, de hoofdredacteur van het bekende tijdschrift HVT, heeft ons vereerd met een aangenaam bezoekje. Theo is ooit begonnen in een audiozaak in Groningen en daar uiteindelijk hifi adviseur geworden. Tien jaar later is hij gaan werken bij een importeur in Rotterdam, vervolgens heeft hij 2 jaar lang een klassiek label geleid en terug op de markt gebracht. Sinds 1998 is Theo hoofdredacteur van HVT. Zijn hobby is opnames maken, dit doet hij zo’n 15 á 20 keer per jaar. Met zijn huidige werk zit hij zeer dicht bij het vuur, daar in hetzelfde pand het label Pentatone is gevestigd.

De avond ging over ‘slechte’ opnames, onderverdeeld in drie categorieën, te weten:

  • Galm
  • Doorzichtigheid
  • Muzikale balans

Theo heeft veel muzikale voorbeelden meegenomen om voornoemde categoriën te illustreren.

De geluidsinstallatie kwam van onze leden en bestond uit:

  • EdMakoestiek Speakerbox-1luidsprekers.
  • Sony SCD555-ES SACD speler met symmetrische Allan Wright Vacuum state modificatie.
  • AudioNet G-II voorversterker
  • AudioNet  Amp-II Max mono eindversterkers.
  • Rega P25 platenspeler met Ortophon FL25 element
  • Lamm phono-voorversterker 
  • Black & White 1202 interlinks
  • Totem tress luidsprekerkabel

Allereerst draaide Theo een 45 toeren LP van Bert Kampfert- Swinging Safari. Deze opname klonk zeer goed en komt veel beter uit de verf als de normale 33 toeren LP.

Theo vraagt ons voorafgaand aan de avond om geen moeite te doen zijn meegebrachte opnames op te nemen in een playlist, veel opnames zijn namelijk van hem prive of niet meer verkrijgbaar en dienen tenslotte puur als illustratie van de punten die hij wil verduidelijken aan ons.

Als achtergrond het volgende: veel moderne opnamestudio’s bevatten inmiddels dermate veel computers dat ze gemakkelijk de lancering van een spaceshuttle voor hun rekening zouden nemen. Er worden inmiddels zoveel trucs en kunsten uitgehaald met alle beschikbare techniek dat een ‘live’ opname met gemak kan worden opgebouwd uit opnamen die van over de gehele wereld worden aangeleverd en vervolgens op ’tape’ gezet worden. Dit kan voordelen hebben, maar niets is zaligmakend. Iedereen heeft ongetwijfeld een aantal cd’s van bepaalde labels in de collectie die op zijn zachtst gezegd wat twijfelachtig klinken.

Een al dan niet kundige plaatsing en keuze van microfoons bepalen nog steeds in grote mate hoe het uiteindelijke eindproduct gaat klinken (dit afgezien van de kwaliteiten van de muzikant, vanzelfsprekend).

Veel audiofielen verzuchten regelmatig “ik wil het horen zoals het in de studio is opgenomen”. Hier gaat wellicht de belangrijkste stap van het opnemen aan vooraf; een stap waar de knoppenman geen notie van kan hebben voordat hij/zij aan het afmixen begint, kostbare informatie kan dan zomaar vervliegen.

Maar nu naar het onderwerp:

Galm
Het gebruik van microfoons kan hier zeer bepalend zijn. Twee microfoons lijkt ideaal, maar vaak werd hier vooral op de radio vanaf geweken i.v.m. uitdoving door fasedraaiing. Bij gebruik van meer microfoons is het probleem van fasedraaiing minder aanwezig. Ook is de microfoonpositie bij een opname zeer belangrijk, hierop komen we later terug.

Allereerst horen we een Amerikaanse promotie opname voor hifi uit de jaren 50. Dit klinkt ronduit belabberd. Vooral de ‘schreeuwerige’ toon van deze opname werd als onprettig ervaren. De volgende opname is een informelere en meer ingetogen demo voor stereo. Deze klinkt beduidend beter zonder dat met technisch getinte en overdreven termen te schermen, zoals bij de Amerikaanse opname wel het geval was. De toonzetting werd door veel leden als veel prettiger ervaren.

Een opname van een kerkorgel uit een kerk in York laat horen dat galm de muziek kan overstemmen als de microfoonpositie niet in orde is, het directe geluid wordt zwaar verstoord door de galm uit de kerk. Een andere opname van een cello en piano komt rommelig en druk over.

Theo laat een eigen opname horen waarbij juist ter voorkoming van galm de microfoon te dicht op de rechterhand van de piano is gericht, alles wat in de hogere noten zit komt hierdoor te hard over. Bij opnames is het echter vaak een kwestie van kiezen uit twee kwaden, met name als de performing artist een zeer duidelijke stem heeft in het uiteindelijke eindproduct. Niet in alle gevallen wordt de voorkeur gegeven aan een technisch goed uitgedachte opname, maar wordt ‘politiek’ de concessie bereikt tussen de voorkeuren van de opnametechnicus, de producent en de artiest.

Doorzichtigheid
Theo laat een muziekstuk horen en vraagt ons opmerkzaam te zijn op hetgeen er niet aan klopt. Het betreft een oud muziekstuk dat is geschreven op bepaalde instrumenten. Meerdere leden geven aan dat duidelijk te horen is dat later een extra muziekinstrument is toegevoegd maar weten niet duidelijk de naam van het instrument aan te duiden. Theo verklapt dat het om een cembello gaat.

Vervolgens introduceert Theo de term registerdoorzichtigheid. Als illustratie laat hij een opname horen waarbij duidelijk te horen is dat de eerste viool (solist) iets overdreven naar voren komt. Bij een andere opname is goed te horen dat bij een koor de vier stemsoorten later afzonderlijk bij elkaar zijn gemixt en derhalve geen homogeen geheel vormen. Het tegengestelde kan echter ook en dit is te horen in een voorbeeld van een koor dat elkaar dermate overstemt dat de het volkomen onverstaanbaar klinkt.

Muzikale balans
Theo illustreert dit met een voorbeeld van een opname die hij heeft gemaakt. Alles leek goed te gaan totdat de dirigent zich omdraaide en vroeg het publiek mee te zingen. Wat de dirigent niet in de gaten had, was dat hij recht in de microfoon voor het orkest riep en dit de muziek zwaar overstemde. Theo geeft hierbij aan dat dit de onberekenbare factor is in opnames, je kunt het nog zo goed voor elkaar hebben, je hebt immer te maken met de menselijke factor die het eindresultaat stevig kan beïnvloeden, in dit geval benadelen. Het is namelijk niet mogelijk om later de stem er uit te mixen.

In deze lijn komt ook de relatieve ramp voor iedere opnametechnicus naar voren: Glenn Gould. Deze fantastische pianist heeft er zijn handelsmerk van gemaakt met de door hem gespeelde pianostukken mee te neuriën en is derhalve zeer herkenbaar als artiest. Een voorbeeld van het uitnutten van in eerste instantie niet wenselijke bijgeluiden.

Tenslotte
Eerder op de avond heeft Theo ons uitgelegd dat de microfoonopstelling essentieel is in het maken van een goede opname. Aan het eind van de avond laat hij dit horen door middel van drie verschillende opnames van hetzelfde stuk muziek. De eerste opname is gemaakt met twee B&K microfoons in AB opstelling (ongeveer 75 cm uit elkaar). De tweede opname is met Sennheiser microfoons in ‘presence’ opstelling. De derde opname is eveneens met Sennheiser microfoons maar dan in ‘bloomlijn/gekruisde 8 opstelling’. De opname betreft twee piccolo’s, een hoorn en een selesta. Wetende dat het tegelijk opgenomen is, moesten we concluderen dat elke opname anders klinkt. Bij de ene opname zijn de instrumenten beter afzonderlijk te herkennen, bij de andere opname lijkt de harmonie van de instrumenten beter op zijn plaats. De conclusie is dat bij elke microfoonopstelling een andere emotionele beleving te ervaren is.

Theo, hartelijk dank voor deze achtergronden en heldere uitleg. Je hebt ons zeer duidelijk gemaakt dat muziekbeleving begint bij de bron.